Doe-het-zelf diagnostiek, afstelling en reparatie van de VAZ 2106 carburateur

De VAZ 2106 carburateur is verantwoordelijk voor de vorming en toevoer van het brandstof-luchtmengsel naar de verbrandingsmotor. Het is een vrij complex apparaat. In de meeste gevallen kan elke autobezitter echter de storing vaststellen en de carburateur met zijn eigen handen afstellen.

Doel en apparaat van de VAZ 2106 carburateur

De productie van de auto VAZ 2106 begon in 1976 en werd meteen enorm populair bij binnenlandse automobilisten. Voor de soepele werking van een kleine motor waren lucht, brandstof, een krachtige vonk en compressie nodig. De eerste twee elementen worden gemengd in een carburateur die is ontworpen om het brandstof-luchtmengsel met de optimale samenstelling te bereiden. Op de VAZ 2106 installeerde de fabrikant een Ozon-carburateur, vervaardigd door de Dimitrovgrad Automotive Assembly Plant (DAAZ).

Op de VAZ 2106 hebben de ontwerpers de Ozon-carburateur van DAAZ geïnstalleerd

De werking van het apparaat is gebaseerd op het principe van jetstuwkracht. Een krachtige luchtstraal door de jets in de diffusor voert de brandstof uit de vlotterkamer. Als gevolg hiervan wordt het brandstof-luchtmengsel gevormd in de verhoudingen die nodig zijn voor de ontsteking in de verbrandingskamer.

De carburateur bestaat uit drie hoofdonderdelen:

1. Het bovenste gedeelte is een deksel met een demper om de luchtstroom naar de verbrandingskamers te regelen. Via een systeem van kanalen is hij verbonden met de smoorklep en de vlotterkamer.
2. Het middelste gedeelte bestaat uit diffusors, brandstofjets en een vlotterkamer. De diameters van de jets staan ​​in de tabel.
3. Het onderste gedeelte bevat smoorkleppen van twee kamers.

Tabel: kalibratiegegevens voor de Ozon carburateur

Parameter	Eerste kamer	tweede kamer
Diameter mm
verdeler	22	25
Meng Kamer	28	36
belangrijkste brandstofjet	1,12	1,5
belangrijkste luchtstraal	1,5	1,5
inactieve brandstofstraal	0,5	0,6
stationaire luchtstraal	1,7	0,7
econostat brandstof jet	-	1,5
econostat luchtjet	-	1,2
econostat emulsiestraal	-	1,5
start luchtstraal	0,7	-
gashendel pneumatische actuator jet	1,5	1,2
versneller pomp spuitgaten	0,4	-
versneller pomp bypass jet	0,4	-
Levering van de versnellingspomp voor 10 volledige slagen, cm3	7 ± 25%	-
Kalibratienummer van de mengspuit	3,5	4,5
Kalibratienummer van de emulsiebuis	F15	F15

Elke afwijking in de samenstelling van het brandstof-luchtmengsel van de optimale heeft invloed op de werking van de motor. Het is moeilijk om een ​​koude en warme motor te starten, de werking bij stationair draaien en in de bedrijfsmodus is verstoord en de acceleratiedynamiek verslechtert.

Onderhoud van de carburateur VAZ 2106

Tijdens de werking van de carburateur raken de smalle kanalen van de jets verstopt. Dit gebeurt meestal bij het gebruik van brandstof van lage kwaliteit, het vroegtijdig vervangen van het luchtfilter, enz. De samenstelling van het brandstof-luchtmengsel is verstoord en het binnendringen in de motor is moeilijk. Als gevolg hiervan begint de krachtbron met tussenpozen te werken, zijn dynamische eigenschappen worden verminderd. In dergelijke gevallen is het noodzakelijk om de verontreinigde jets met een speciaal reinigingsmiddel door te spoelen en vervolgens met lucht te spoelen.

Als de sproeiers van de carburateur verstopt zijn, moeten ze met een speciaal middel worden gewassen en met lucht worden geblazen

Daarnaast is het aan te raden om met behulp van speciale stelschroeven periodiek de samenstelling van het brandstof-luchtmengsel op het optimale niveau te brengen. Anders loopt de motor onregelmatig.

Redenen voor het afstellen van de carburateur VAZ 2106

Als het mengsel dat van de carburateur naar de motor komt te rijk is aan brandstof, kunnen de bougies overstromen. Als het mengsel te mager is, zal het motorvermogen merkbaar afnemen. De belangrijkste symptomen van een suboptimale mengselsamenstelling zijn:

• moeite met het starten van een koude motor;
• onstabiel stationair draaiende motor;
• dalen bij het intrappen van het gaspedaal;
• luide knallen uit de uitlaat.

In de meeste gevallen kan het probleem worden opgelost door de samenstelling van het mengsel tijdig aan te passen met behulp van de kwaliteits- en kwantiteitsschroeven. Door aan deze schroeven te draaien, kunt u de speling van de emulsiekanalen, het brandstofniveau in de vlotterkamer wijzigen en extra brandstof leveren om overtollige lucht te compenseren. Deze procedure duurt slechts enkele minuten.

De auto start niet

De oorzaak van problemen bij het starten van een koude motor, wanneer de krukas draait, maar de motor niet start, kan het ontstekingssysteem en de carburateur zijn. Als de ontsteking goed werkt, zijn hoogstwaarschijnlijk de jets, zeef of andere elementen verstopt, waardoor het moeilijk wordt om brandstof naar de vlotterkamer te voeren. U kunt dit probleem op de volgende manier oplossen.

1. Het is noodzakelijk om de verstopte kanalen en jets schoon te maken met een speciaal aerosol-spoelmiddel voor de carburateur en ze vervolgens uit te blazen met een straal perslucht.
   

   Door het gebruik van spuitbussen voor het wassen van de carburateur kunt u het doen zonder deze te demonteren
2. Als er geen brandstof in de vlotterkamer zit, spoel dan de zeef en het naaldventiel door. Om dit te doen, moet het filter uit de carburateur worden verwijderd.
   

   Door het brandstoffilter door te spoelen wordt voorkomen dat olieafzettingen het binnendringen van brandstof in de vlotterkamer voorkomen
3. Het is noodzakelijk om de aanwezigheid van benzine in de vlotterkamer te controleren met behulp van de acceleratiepomp (UH). Met een scherpe druk op de gashendel moet zichtbaar zijn hoe brandstof vanuit het spuitkanaal in de mengkamer wordt geïnjecteerd.
   

   Wanneer de gashendel wordt ingedrukt, werkt de hendel door de aandrijfsector op de diafragmadrukker en wordt er onmiddellijk brandstof door de verstuiver in de diffusor geïnjecteerd

Meer informatie over de oorzaken van motorstoringen: https://bumper.guru/klassicheskie-modeli-vaz/poleznoe/ne-zavoditsya-vaz-2106.html

Auto slaat stationair af

Bij stationair draaien zijn de dempers gesloten. Onder hen wordt een vacuüm gevormd, dat zorgt voor de brandstofstroom door het gat onder de sluiter van de eerste kamer. De oorzaak van de situatie waarin de motor start, maar onstabiel is, is meestal de carburateur. Depressurisatie van zijn lichaam kan optreden. Hierdoor zal overtollige lucht de carburateur binnendringen, waardoor het brandstof-luchtmengsel leunt. Ook kunnen de instellingen van de kwaliteits- en kwantiteitsschroeven die de samenstelling en kwantiteit van het brandbare mengsel regelen, mislukken. Bovendien leidt het ontbreken of ontbreken van brandstof in de vlotterkamer tot uitputting van het mengsel dat de motor binnenkomt.

De huidige situatie vereist dat de autobezitter de volgende acties uitvoert.

1. Vervang de afdichtingspakkingen tussen de afzonderlijke onderdelen om drukverlaging van de behuizing te voorkomen.
   

   Een warmte-isolerende pakking wordt gebruikt als afdichtelement in de Ozon-carburateur
2. Draai alle boutverbindingen vast.
   

   Draai tijdens gebruik de schroefverbindingen van de carburateuronderdelen regelmatig vast om drukverlaging te voorkomen.
3. Vervang de rubberen ring van het magneetventiel en de kwaliteitsschroef om drukverlaging te voorkomen.
4. Controleer de staat van de vacuümontstekingstijdstipslang op slijtage en mechanische schade.
   

   Een losse verbinding in de vacuümontstekingstijdstipslang leidt ertoe dat overtollige lucht de carburateur binnendringt
5. Stel het optimale niveau van benzine in (in de Ozon-carburateur bevindt deze zich in het midden van de schuine wand van de vlotterkamer), buig het montagelipje van de vlotter. De vlotterspeling (de afstand tussen de vlotter en de pakking naast de carburateurdop) moet 6,5 ± 0,25 mm zijn.
   

   Het optimale brandstofniveau bevindt zich in het midden van de schuine wand van de vlotterkamer
6. Gebruik de kwaliteitsschroef om de vrije beweging van de brandstofemulsie door het stationaire systeem aan te passen en de hoeveelheidsschroef om het volume van het mengsel dat aan de cilinders wordt geleverd aan te passen.
   

   Door aan de kwaliteitsschroef te draaien, verandert de grootte van het brandstofkanaal, waardoor de stroom van de brandstofemulsie wordt verminderd of vergroot

De geur van benzine in de cabine

Hoe dan ook, het verschijnen van de geur van brandstof in de cabine is te wijten aan het teveel in de vlotterkamer of losse verbinding van de carrosserie-elementen als gevolg van slijtage of mechanische schade aan de afdichtingen en rubberen slangen.

Het verschijnen van een geur in de cabine van de VAZ 2106 is een teken van een hoog brandgevaar. In deze situatie moet u onmiddellijk de motor uitzetten en alle maatregelen nemen om de storing te identificeren. De lancering van de VAZ 2106 is alleen mogelijk nadat de oorzaken zijn weggenomen die hebben geleid tot het binnendringen van benzinedampen in het passagierscompartiment.

Om de redenen voor het binnendringen van benzinedampen in de cabine te elimineren, moet u:

1. Controleer brandstofleidingen op lekkage.
2. Vervang de afdichtingen van de carburateur.
   

   Periodieke vervanging van afdichtingselementen om storingen in de werking van de carburateur tijdens langdurig gebruik uit te sluiten
3. Meet met een schuifmaat en stel de optimale hoogte van de zweefstand in, zorg voor volledige overlap van de naaldklep (6,5 ± 0,25 mm).
   

   De plaats van de vlotter in de kamer moet ervoor zorgen dat de naaldklep volledig gesloten is.

Lees over de VAZ 2106 brandstofpomp: https://bumper.guru/klassicheskie-modeli-vaz/toplivnaya-sistema/priznaki-neispravnosti-benzonasosa-vaz-2106.html

Dalingen bij het intrappen van het gaspedaal

Wanneer u het gaspedaal indrukt, gaat de gashendel open. Verder komt via de gelede hendel de acceleratiepomp in werking. Als het defect is, leidt het intrappen van het pedaal tot onderbrekingen en stopt de motor. Dit manifesteert zich meestal bij het wegrijden en een sterke toename van de snelheid. Wanneer de gashendel scherp wordt ingedrukt, moet een krachtige brandstofstraal worden waargenomen vanuit het verstuiverkanaal in de emulsiekamer. Een zwakke straal kan een gevolg zijn van:

• verstopping van de inlaatkanalen, sproeikop en persklep;
• drukverlaging van de behuizing;
• gesprongen buis vacuüm ontstekingstijdstip.

Om dit probleem op te lossen, moet u:

1. Vervang de afdichtingen van de carburateur.
2. Draai de boutverbindingen vast.
3. Vervang de rubberen o-ring op de magneetklep.
4. Controleer de buis van de vacuümontstekingstijdstipregelaar op slijtage en mechanische beschadigingen.
5. Repareer de acceleratiepomp (spoel de toevoerkanalen, reinig het mondstuk van de veldspuit van afzettingen, vervang het membraan).

De oorzaken van onderbrekingen bij het intrappen van het gaspedaal zijn vaak defecte onderdelen van de gaspomp

Video: reparatie en onderhoud van de VAZ 2106 acceleratiepomp

Storingen die optreden wanneer het gaspedaal wordt ingedrukt, waarbij de OZONE carburateur als voorbeeld wordt gebruikt

Knalt in het uitlaatsysteem

Het optreden van harde geluiden in het uitlaatsysteem is het gevolg van een te rijk lucht-brandstofmengsel. Zo'n mengsel met een hoog gehalte aan vloeibare fase, dat geen tijd heeft om uit te branden in de werkende cilinders en opgewarmd is tot maximale temperaturen, beëindigt de cyclus met een explosie in het uitlaatsysteem. Als gevolg hiervan zijn er luide knallen te horen in de uitlaatdemper. Naast de carburateur, die een mengsel met een te hoge brandstofconcentratie creëert, kunnen de oorzaken van deze situatie zijn:

• late ontsteking;
• losse montage van uitlaatkleppen;
• kleptiming komt niet overeen.

Om de mogelijke oorzaken van deze storing te elimineren, moet u:

1. Verwijder het kleppendeksel, meet de speling van de uitlaatkleppen en pas deze indien nodig aan.
   

   Een goed ingestelde thermische speling van de uitlaatkleppen elimineert het vastklemmen van deze kleppen en het vrijkomen van onverbrand mengsel in de uitlaatdemper
2. Pas de brandstoftoevoer naar de carburateur aan door de vereiste speling van de afsluitklep in de vlotterkamer in te stellen. De afstand van de vlotter tot het carburateurdeksel met pakking moet 6,5 ± 0,25 mm zijn.
   

   Een goed ingestelde vlotterspeling zorgt voor een optimaal brandstofniveau in de kamer
3. Door de kwaliteitsschroef te draaien en daardoor de dwarsdoorsnede van het brandstofkanaal te veranderen, wordt een vrije beweging van de brandstofemulsie langs het stationaire circuit bereikt. Gebruik de hoeveelheidsschroef om de hoeveelheid mengsel die aan de cilinders wordt geleverd aan te passen.
   

   De samenstelling en hoeveelheid van het mengsel dat uit de carburateur komt, wordt geregeld door kwaliteits- en kwantiteitsschroeven: 1 - kwaliteitsschroef; 2 - hoeveelheid schroef
4. Stel het ontstekingstijdstip in. Om de mogelijkheid van late ontsteking te voorkomen, draait u de bevestigingsmoer van de octaangetalregelaar los en draait u de behuizing 0,5 delen van de schaal linksom.
   

   De ontsteking van het mengsel wordt sterk beïnvloed door het correct ingestelde ontstekingstijdstip: 1 - behuizing; 2 - schaal; 3 - bevestigingsmoer voor octaancorrector

Problemen oplossen met de VAZ 2106 carburateur

Voordat u de carburateur repareert, moet u ervoor zorgen dat andere voertuigsystemen werken, wat problemen kan veroorzaken. Probleemoplossing vereist:

• schroevendraaier voor het afstellen van de carburateur;
  

  Om problemen met de carburateur op te lossen, hebt u een kruiskopschroevendraaier nodig
• een blikje speciale spuitbus voor het wassen van de carburateurkanalen van vuil en afzettingen;
  

  Bij het doorspoelen van de carburateur zonder demontage is het handiger om producten in de vorm van een spuitbus te gebruiken
• een bus met perslucht voor het doorspoelen van kanalen en jets;
  

  Het gebruik van perslucht (in tegenstelling tot vodden) zorgt ervoor dat villi niet in de jets kunnen komen
• schone vodden voor externe verwerking van de carburateur;
• brandblusser in geval van nood.
  

  Aangezien het brandstofsysteem een ​​bron van verhoogd brandgevaar is, moet u bij het uitvoeren van werkzaamheden over een brandblusser beschikken.

We beginnen met het oplossen van problemen door de minpool van de batterij los te koppelen om onszelf te beschermen tegen onvoorziene situaties.

Diagnose van carburateurstoringen vereist geen gebruik van speciale instrumenten of apparaten. Wel is het wenselijk om enige ervaring te hebben. Een specialist kan het toestel snel op het gehoor afstellen op basis van de aflezingen van de toerenteller. Nadat u zeker weet dat de carburateur de oorzaak van de problemen is, kunt u aan de slag.

Vóór de afstelling is het noodzakelijk om de kanalen en vuilstralen te reinigen die het moeilijk maken voor brandstof om de emulsiekamer binnen te dringen. Spoel vervolgens met een carburateurreiniger (bij voorkeur in de vorm van een spuitbus) de zeef en het naaldventiel schoon. Als een dergelijk middel kunt u zowel eenvoudige aceton als de samenstellingen van LIQUI MOLY, FENOM, HG 3121, enz. Gebruiken. Bovendien moet het vuil van de aandrijfstangen van de gasklep en de luchtklep worden verwijderd, zodat ze vrij kunnen bewegen. Na het voltooien van deze procedures moet de carburateur worden gemonteerd.

De afstelling vindt plaats bij een temperatuur die is opgewarmd tot de bedrijfstemperatuur (minstens 85^оC) motor.

Gebruik nooit draad of andere vreemde voorwerpen om de jets en kanalen te reinigen van vuil. Het gebruik van geïmproviseerde middelen schendt de geometrie van de kanalen.

Aanpassen van de samenstelling van het mengsel met behulp van de kwaliteitsschroef

Tijdens bedrijf verslijten de toevoerkanalen, vergrendelingsinrichtingen en stelschroeven. Het wordt aanbevolen om versleten elementen te vervangen door nieuwe voordat u de carburateur afstelt. Hiervoor worden meestal in de handel verkrijgbare reparatiesets gebruikt.

Er zijn speciale carburateurreparatiesets te koop

De kwaliteits- en kwantiteitsschroeven bevinden zich aan de voorkant van het apparaat. Door aan deze schroeven te draaien, bereikt u de optimale samenstelling van het brandstof-luchtmengsel.

Aanpassing stationair toerental

De stationaire instelling stelt het minimale stabiele krukastoerental in. Dit gebeurt op de volgende manier.

1. We wikkelen de schroeven van kwaliteit en kwantiteit volledig in en plaatsen ze in de startpositie.
2. We draaien de kwaliteitsschroef twee slagen uit en de kwantiteitsschroef drie.
   

   De samenstelling en het volume van het brandstof-luchtmengsel wordt geregeld door kwaliteits- en kwantiteitsschroeven
3. Door de kwaliteitsschroef tegen de klok in te draaien, bereiken we het maximale stationaire toerental.
   

   Wanneer de kwaliteitsschroef tegen de klok in wordt gedraaid, verhoogt het brandstof-luchtmengsel het brandstofgehalte
4. Door de hoeveelheidsschroef tegen de klok in te draaien, bereiken we een krukastoerental van 90 rpm.
   

   Door de hoeveelheidsschroef tegen de klok in te draaien, wordt de hoeveelheid mengsel die de cilinders binnenkomt vergroot
5. Door de kwaliteitsschroef afwisselend één slag vooruit en achteruit te draaien, controleren we het maximale toerental van de krukas.
6. Met behulp van de kwaliteitsschroef verlagen we het krukastoerental tot 85-90 tpm.

Video: inactieve instelling VAZ 2106

Het opzetten van een stationaire OZONE carburateur, wat niet hoeft te gebeuren.

Aanpassen van het koolmonoxidegehalte in de uitlaat

De toxiciteit van uitlaatgassen wordt bepaald door het gehalte aan koolmonoxide (CO) erin. Het controleren van de CO-concentratie in de uitlaatgassen wordt uitgevoerd met behulp van een gasanalysator. Hoge niveaus van koolmonoxide worden veroorzaakt door overtollige brandstof of gebrek aan zuurstof in het lucht/brandstofmengsel. De uitlaattoxiciteit wordt aangepast door schroeven aan te passen op een manier die vergelijkbaar is met het algoritme voor het aanpassen van het stationair toerental.

Met behulp van een gasanalysator kunt u het gehalte aan koolmonoxide in de uitlaat bepalen

Aanpassing van de vlotterkamer VAZ 2106

Een verkeerd ingesteld brandstofpeil in de vlotterkamer kan het starten van de motor bemoeilijken en ervoor zorgen dat deze stationair stationair draait. Dit niveau, met het carburateurdeksel verwijderd, moet overeenkomen met de overgangslijn van het hellende deel van de kamerwand naar het verticale deel.

Het vereiste brandstofniveau komt overeen met de overgangslijn van het hellende deel van de vlotterkamerwand naar de verticale

Afstelling wordt uitgevoerd door de vlottertong in de volgende volgorde te buigen:

1. Monteer het carburateurdeksel verticaal met de brandstoftoevoer naar boven gericht.
2. Op het moment dat de tong op de beugel de vlotter van de naaldklep raakt, meten we de afstand van het pakkingvlak tot de vlotter (deze moet 6,5 ± 0,25 mm zijn).
3. Als de werkelijke waarde van deze afstand niet overeenkomt met de gereguleerde waarden, buigen we de vlottermontagebeugel of tong.

Een goed afgestelde vlotter in de kamer moet ervoor zorgen dat de naaldklep volledig sluit.

Afstelling van de gasklepstand van de eerste kamer

Losjes gesloten dempers veroorzaken een teveel aan brandstof-luchtmengsel in het inlaatspruitstuk van de motor. Hun onvolledige opening kan daarentegen leiden tot een onvoldoende hoeveelheid van het mengsel. Dergelijke situaties worden meestal veroorzaakt door een onjuiste of verkeerd geconfigureerde gasklepactuator. De opening tussen de dempers en de wanden van de mengkamer moet 0,9 mm zijn. Dit voorkomt vastlopen van de demper en voorkomt slijtage aan de muur op de plaats van contact met de demper. De opening wordt als volgt aangepast met behulp van de stopschroef.

1. Koppel de gasverbindingsstang los van het gaspedaal.
   

   De optimale grootte van de opening zorgt voor de verrijking van het mengsel bij het opstarten, waardoor het ontstekingsproces wordt vergemakkelijkt
2. Door het gaspedaal in te drukken, bepalen we de mate van opening van de demper. Met het pedaal volledig ingedrukt, moet de demper van de eerste kamer volledig open zijn. Als dit niet het geval is, pas dan de aandrijving aan. Door de plastic tip te draaien, bereiken we de juiste locatie van de demper.
   

   Door de plastic tip te draaien, is het noodzakelijk om de juiste positie van de smoorklep en de vereiste speling te bereiken

Tabel: bedrijfsparameters van vlotter- en demperspelingen

Parameter	Waarde
Afstand van vlotter tot carburateurdeksel met pakking, mm	6,5 0,25 ±
Openingen bij de dempers voor het afstellen van het startapparaat, mm
lucht	5,5 0,25 ±
gas geven	0,9-0,1

Afstelling van de gasklepstand in de tweede kamer

Met een significante verandering in de parameters van atmosferische verdunning met de demper van de eerste kamer open, wordt de pneumatische actuator van de tweede kamer geactiveerd. De verificatie wordt als volgt uitgevoerd:

1. Open de sluiter van de eerste kamer volledig.
2. Nadat we de stang van de pneumatische actuator van de tweede kamer hebben verdronken, openen we de tweede demper volledig.
3. Door de lengte van de steel te veranderen, passen we de mate van opening van de demper aan. Nadat u de borgmoer op de stuurpen hebt losgedraaid, draait u deze totdat de demper in de juiste positie staat.
   

   De rotatie van de stopschroef zorgt voor volledige sluiting van de gasklep van de tweede kamer van de carburateur en voorkomt luchtlekkage

Aanpassing van de acceleratiepomp

De acceleratiepomp zorgt voor extra brandstoftoevoer tijdens het accelereren, waardoor het mengsel wordt verrijkt. In de normale modus is er geen extra aanpassing nodig. Als de door de fabrikant afgestelde stelschroef voor de pomptoevoer is uitgedraaid, moet na montage van de carburateur de brandstoftoevoer van de verstuiver worden aangepast. Dit gebeurt in de volgende volgorde.

1. Om de kanalen van de acceleratiepomp met brandstof te vullen, draait u de gashendel tien keer.
2. We vervangen een container onder het mondstuk van de veldspuit.
3. Draai met een interval van drie seconden de gashendel nog tien keer helemaal door.
4. Medische spuit met een inhoud van 10 cm³ verzamel benzine uit de container. Voor tien volledige slagen van het pompmembraan moet de verzamelde hoeveelheid brandstof ongeveer 7 cm zijn.³.
5. We observeren de vorm en richting van de straal van de verstuiver. In het geval van een ongelijkmatige en onderbroken straal, reinigt u de veldspuit of vervangt u deze door een nieuwe.
6. Indien nodig passen we de toevoer van brandstof door de acceleratiepomp aan met een schroef.

Met behulp van de brandstoftoevoerschroef kunt u de hoeveelheid brandstof aanpassen die nodig is voor directe acceleratie

Aanpassing van tocht van "gas" en "zuiging"

De lengte van de "zuig"-kabels en de "gas"-stuwkracht moeten zorgen voor het volledig sluiten en openen van de dempers in alle bedrijfsmodi van de motor. De volgorde waarin deze knooppunten worden gecontroleerd is als volgt:

• met de "zuig"-hendel tot aan de aanslag verzonken, moet de luchtklep volledig open zijn, dat wil zeggen, hij moet in een verticale positie staan;
• met de "zuig" -hendel tot de aanslag uitgeschoven, moet de luchtklep volledig gesloten zijn, waardoor de dwarsdoorsnede van de eerste kamer zonder openingen wordt geblokkeerd;
• om af te stellen, is het noodzakelijk om de bevestigingsschroef van het uiteinde van de "zuig" aandrijfstang los te draaien;
• afstelling van de "gas" stuwkrachtaandrijving wordt uitgevoerd door de plastic punt te draaien totdat de demper in de gewenste positie staat.

De lengte van de "gas"-stang wordt aangepast door de plastic punt te draaien totdat de demper in de gewenste positie staat

Straalreiniging

Voordat u de carburateur afstelt, is het noodzakelijk om de kanalen en stralen te reinigen van vuil en afzettingen. Hiervoor heb je nodig:

• schroef de brandstof- en luchtjets los;
• week ze tien minuten in aceton of een andere carburateurreiniger;
• blaas de jets met perslucht;
• installeer de schoongemaakte en gedroogde jets in de carburateur.

Verwijder en spoel alle lucht- en brandstofsproeiers voordat u de carburateur afstelt.

Werken met een carburateur wordt geassocieerd met een verhoogde bron van brandgevaar. Alle voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen voordat met de werkzaamheden wordt begonnen.

De VAZ 2106 carburateur is een vrij complex apparaat, bestaande uit veel kleine elementen. Niettemin kan elke autobezitter de sproeiers en de zeef wassen en de toevoer van het brandstof-luchtmengsel aanpassen. Om dit te doen, hoeft u alleen de instructies van specialisten consequent op te volgen.