Wat u moet weten over de VAZ 2106 oliedruksensor: apparaat, verificatiemethoden en vervanging

De prestaties van de motor van elke auto zijn afhankelijk van de aanwezigheid van motorsmering en de druk die door de oliepomp wordt gecreëerd. Om de bestuurder deze belangrijke parameters te laten regelen, zijn op het instrumentenpaneel van de "klassieke" VAZ 2106 een overeenkomstige wijzer en een rood knipperend noodlampje geïnstalleerd. Beide indicatoren ontvangen informatie van één element dat in de motor is ingebouwd: de oliedruksensor. Het onderdeel is eenvoudig en kan, indien nodig, eenvoudig met uw eigen handen worden vervangen.

Het doel van de oliedruksensor

Alle bewegende en wrijvende delen van de aandrijfeenheid worden constant gewassen met vloeibaar smeermiddel dat wordt aangevoerd door een tandwielpomp uit het motoroliecarter. Als om verschillende redenen de toevoer van smeermiddel stopt of het niveau daalt tot een kritiek niveau, wacht de motor een ernstige storing, of zelfs meer dan één. Het resultaat is een grote revisie met het vervangen van de krukaslagers, de cilinder-zuigergroep, enzovoort.

De indicator geeft aan dat er geen oliedruk is na het inschakelen van het contact of bij een storing

Om de eigenaar van de auto tegen deze gevolgen te beschermen, bieden de klassieke Zhiguli-modellen een controle op twee niveaus over het motorsmeersysteem, dat werkt volgens het volgende algoritme:

1. Na het omdraaien van de sleutel in het slot en het aanzetten van het contact gaat het rode controlelampje branden, wat aangeeft dat er geen oliedruk is. De wijzer staat op nul.
2. In de eerste 1-2 seconden na het starten van de motor blijft de indicator branden. Als de olietoevoer in de normale modus staat, gaat de lamp uit. De pijl toont direct de werkelijke druk die door de pomp wordt gecreëerd.
3. Wanneer de motor wordt uitgeschakeld, een grote hoeveelheid smeermiddel verloren gaat of er een storing optreedt, licht de rode indicator onmiddellijk op.
4. Als de druk van het smeermiddel in de kanalen van de motor tot een kritiek niveau daalt, begint het lampje periodiek te knipperen.
   

   Na het starten van de aandrijfeenheid geeft de pijl de druk in de smeerkanalen weer

Storingen die leiden tot een drukdaling - uitval of slijtage van de oliepomp, volledige uitputting van de krukasvoeringen of uitval van het carter.

De hoofdrol in de werking van het systeem wordt gespeeld door een sensor - een element dat de oliedruk in een van de hoofdkanalen van de motor fixeert. De indicator en wijzer zijn slechts een middel om de informatie weer te geven die door de drukmeter wordt verzonden.

Locatie en uiterlijk van het apparaat

De sensor die op de klassieke VAZ 2106-modellen is geïnstalleerd, bestaat uit de volgende onderdelen:

• een element in de vorm van een ronde metalen ton met één aansluiting voor het aansluiten van een draad (fabrieksnaam - MM393A);
• het tweede deel is een membraanschakelaar in de vorm van een moer met aan het uiteinde een contact (aanduiding - MM120);
• stalen T-stuk, waar de bovenstaande onderdelen zijn geschroefd;
• afdichtende bronzen ringen.

De sensor bevat 2 meter die op één T-stuk is geschroefd

De grote "barrel" MM393A is ontworpen om de drukwaarde te meten, de "moer" met de MM120-aansluiting bevestigt de afwezigheid ervan en het T-stuk is een verbindingselement dat in de motor is geschroefd. De plaats van de sensor bevindt zich op de linkerwand van het cilinderblok (gezien in de bewegingsrichting van de machine) onder bougie nr. 4. Verwar het apparaat niet met de temperatuursensor die hierboven in de cilinderkop is geïnstalleerd. Draden die in de cabine naar het dashboard leiden, zijn verbonden met beide contacten.

In latere modellen van de "klassieke" VAZ 2107 is er geen indicatiepijl op het dashboard, alleen een controlelampje is over. Daarom wordt een uitgeklede versie van de sensor zonder T-stuk en grote loop gebruikt.

De meters zitten op de linkerwand van het cilinderblok, ernaast zit een aftapplug voor de koelvloeistof

Apparaat- en aansluitschema

De taak van de membraanschakelaar, gemaakt in de vorm van een moer met een aansluiting, is om het elektrische circuit tijdig te sluiten met het controlelampje wanneer de smeermiddeldruk daalt. Het apparaat bestaat uit de volgende onderdelen:

• metalen kast in de vorm van een zeshoek;
• contact Groep;
• duwer;
• meetmembraan.

De gloed van de indicator hangt af van de positie van het membraan, dat wordt uitgerekt onder de druk van het smeermiddel

Het element is opgenomen in het circuit volgens het eenvoudigste schema - in serie met de indicator. De normale positie van de contacten is "gesloten", daarom gaat het lampje branden nadat het contact is ingeschakeld. In de draaiende motor stroomt er een oliedruk naar het membraan via het T-stuk. Onder druk van het smeermiddel drukt de laatste op de stamper, waardoor de contactgroep wordt geopend, waardoor de indicator uitgaat.

Wanneer een van de storingen in de motor optreedt, waardoor de druk van het vloeibare smeermiddel daalt, keert het elastische membraan terug naar zijn oorspronkelijke positie en sluit het elektrische circuit. De chauffeur ziet direct het probleem door de knipperende "control".

Het apparaat van het tweede element - een "vat" genaamd MM393A is iets ingewikkelder. De hoofdrol wordt hier ook gespeeld door een elastisch membraan dat is verbonden met een actuator - een reostaat en een schuifregelaar. De reostaat is een spoel van chroom-nikkeldraad met hoge weerstand en de schuif is een bewegend contact dat langs de windingen beweegt.

Met een toename van de druk van het smeermiddel vermindert de reostaat de weerstand van het circuit, de pijl wijkt meer af

Het elektrische circuit voor het verbinden van de sensor en de wijzer is vergelijkbaar met het eerste - de reostaat en het apparaat staan ​​​​in serie in het circuit. Het algoritme van werk is het volgende:

1. Wanneer de bestuurder het contact aanzet, wordt de boordnetspanning op het circuit gezet. De schuif staat in de uiterste stand en de oprolweerstand is maximaal. De instrumentwijzer blijft op nul staan.
2. Na het starten van de motor verschijnt er olie in het kanaal, dat via het T-stuk het "vat" binnenkomt en op het membraan drukt. Het rekt uit en de stamper beweegt de schuif langs de wikkeling.
3. De totale weerstand van de reostaat begint af te nemen, de stroom in het circuit neemt toe en zorgt ervoor dat de wijzer afwijkt. Hoe hoger de smeermiddeldruk, hoe meer het membraan wordt uitgerekt en hoe lager de weerstand van de spoel, en het apparaat merkt een toename van de druk op.

De sensor reageert in omgekeerde volgorde op een afname van de oliedruk. De kracht op het membraan neemt af, het wordt teruggeworpen en trekt de schuif mee. Hij neemt nieuwe windingen van de weerstandswikkeling in het circuit op, de weerstand neemt toe, de pijl van het apparaat zakt naar nul.

Volgens het schema is de sensor in serie geschakeld met de wijzer op het instrumentenpaneel

Video: welke druk moet een werkend apparaat laten zien

Oliedruk van VAZ-2101-2107 motoren.

Een element controleren en vervangen

Tijdens langdurig gebruik verslijten de interne onderdelen van de sensor en vallen ze periodiek uit. De storing uit zich in de vorm van foutieve indicaties van de indicatieschaal of een constant brandende noodlamp. Alvorens conclusies te trekken over het uitvallen van de aandrijfeenheid, is het zeer wenselijk om de prestaties van de sensor te controleren.

Als het controlelampje gaat branden terwijl de motor draait en de wijzer zakt naar nul, is uw eerste actie om de motor onmiddellijk uit te zetten en pas te starten als er een probleem is gevonden.

Als de indicator oplicht terwijl de motor draait en de pijl nul aangeeft, moet deze onmiddellijk worden gedempt

Wanneer het lampje tijdig gaat branden en uitgaan en de pijl niet afwijkt, moet u de bruikbaarheid van de oliesensor controleren - manometer MM393A. U heeft een steeksleutel van 19 mm nodig en een manometer met een schaalverdeling tot 10 bar (1 MPa). Op de manometer moet u een flexibele buis met een schroefdraadtip M14 x 1,5 schroeven.

Testmeters zijn uitgerust met adapters voor het testen van verschillende motoren

De controleprocedure is als volgt:

1. Zet de motor af en laat deze afkoelen tot 50-60°C zodat u tijdens het gebruik uw handen niet hoeft te verbranden.
2. Ontkoppel de draden van de sensoren en schroef ze los met een 19 mm sleutel samen met een T-stuk. Houd er rekening mee dat er tijdens de demontage een kleine hoeveelheid olie uit het apparaat kan lekken.
   

   Het geheel is eenvoudig los te schroeven met een gewone steeksleutel
3. Schroef het schroefdraadgedeelte van de buis in het gat en draai het voorzichtig vast. Start de motor en kijk naar de manometer.
   

   Om te controleren of de manometer op de plaats van de sensor is geschroefd
4. De oliedruk bij stationair draaien is van 1 tot 2 bar, bij versleten motoren kan deze dalen tot 0,5 bar. De maximale meetwaarden bij hoge snelheden zijn 7 bar. Als de sensor andere waarden geeft of op nul staat, moet u een nieuw reserveonderdeel kopen en installeren.
   

   Bij het meten is het wenselijk om de aflezingen van de manometer en de wijzer op het dashboard te vergelijken

Onderweg is de oliesensor VAZ 2106 moeilijker te controleren, omdat er geen manometer bij de hand is. Om er zeker van te zijn dat er smeermiddel in de motordoorgangen zit, schroeft u het element los, koppelt u de hoofdontstekingskabel los en draait u de krukas met de starter. Met een goede pomp zal er olie uit het gat spatten.

Als de pijl op de schaal van het instrument een normale druk aangeeft (in het bereik van 1-6 bar), maar de rode lamp brandt, is de kleine membraansensor MM120 duidelijk defect.

Wanneer het lichtsignaal helemaal niet oplicht, overweeg dan 3 opties:

• de lamp is doorgebrand;
• gebroken bedrading;
• de kleine sensor in de vorm van een zeshoek is onbruikbaar geworden.

De eerste 2 versies zijn eenvoudig te controleren door te draaien met een tester of multimeter. De bruikbaarheid van het membraanelement wordt als volgt getest: zet het contact aan, verwijder de draad van de terminal en sluit deze kort naar de massa van het voertuig. Als de lamp brandt, kunt u de sensor gerust vervangen.

Om de meter te verwijderen, moet u de wartelmoer losdraaien die het T-stuk tegen het blok drukt

Vervanging doe je door de grote of kleine sensor los te schroeven met een sleutel. Het is belangrijk om de bronzen afdichtringen niet te verliezen, aangezien deze mogelijk niet bij het nieuwe onderdeel worden geleverd. Verwijder eventuele lekken van motorvet uit het gat met een doek.

Beide meters kunnen niet worden gerepareerd, alleen vervangen. Hun metalen behuizingen, die bestand zijn tegen de druk van de olie van een draaiende motor, zijn hermetisch afgesloten en kunnen niet worden gedemonteerd. De tweede reden is de lage prijs van VAZ 2106-reserveonderdelen, waardoor dergelijke reparaties zinloos zijn.

Video: hoe smeerdruk te controleren met een manometer

https://youtube.com/watch?v=dxg8lT3Rqds

Video: de VAZ 2106-sensor vervangen

Druksensor VAZ classic.

Functies en werking van de aanwijzer

Het doel van het apparaat dat in het dashboard links van de toerenteller is ingebouwd, is om het niveau van de motoroliedruk weer te geven, geleid door de sensor. Het werkingsprincipe van de wijzer lijkt op de werking van een conventionele ampèremeter, die reageert op veranderingen in de stroomsterkte in het circuit. Wanneer de mechanische reostaat in het meetelement van weerstand verandert, neemt de stroom toe of af, waardoor de naald afbuigt. De schaal is gegradueerd in drukeenheden die overeenkomen met 1 bar (1 kgf/cm²).

De wijzer reageert op veranderingen in de weerstand van het elektrische circuit dat door de sensor wordt gecreëerd

Het apparaat bestaat uit de volgende hoofdelementen:

• rond lichaam;
• wijzermechanisme met permanente magneet en wikkelingen;
• een controlelampje dat via een aparte lijn met de overeenkomstige sensor is verbonden;
• schaal met achtergrondverlichting;
• compensatie weerstand;
• connector draden.

De wijzer is verbonden met de sensoren, het contactslot en de afmetingen om de schaal te verlichten

Nulwaarden van het apparaat komen overeen met een circuitweerstand van 320 ohm. Wanneer het daalt tot 100-130 ohm, blijft de naald op 4 bar, 60-80 ohm - 6 bar.

Als de pijl bij inactiviteit geen druk aangeeft, is het de moeite waard om de werking van het apparaat te controleren

De Zhiguli-motorsmeermiddeldrukindicator is een redelijk betrouwbaar element dat zeer zelden breekt. Als de naald de nulmarkering niet wil verlaten, is de sensor meestal de boosdoener. Wanneer u twijfelt aan de werking van het aanwijsapparaat, controleert u dit met een eenvoudige methode: meet de spanning op de aansluitcontacten van de oliesensor MM393A bij draaiende motor. Als de spanning aanwezig is en de pijl op nul staat, moet het apparaat worden vervangen.

Het oliedrukbewakingssysteem VAZ 2106 met twee sensoren en een mechanische indicator is eenvoudig en betrouwbaar in gebruik. Ondanks het verouderde design kopen en installeren automobilisten deze meters vaak op andere, modernere auto's, af fabriek uitgerust met alleen een controlelampje. Voorbeelden zijn de bijgewerkte VAZ "seven", Chevrolet Aveo en Niva.