7 tips om tegen een laagstaande zon in te rijden
Tips voor automobilisten,  Artikelen,  Bediening van machines

7 tips om tegen een laagstaande zon in te rijden

Tijdens het koude seizoen worden gevaren op de weg niet alleen geassocieerd met natte of ijsachtige oppervlakken. Schemering heeft ook invloed op de toestand van de wegen. En aangezien de zon in de herfst, winter en lente lager staat dan in de zomer, vooral 's ochtends en' s avonds als we lopen en terugkeren van het werk, neemt het risico op verblinding toe.

Trieste statistieken

Ongeveer twee derde van de weergerelateerde ongevallen in Duitsland wordt veroorzaakt door een lichte schittering van de zon. Volgens ADAC komen deze omstandigheden twee keer zo vaak voor als ongevallen door mist.

7 tips om tegen een laagstaande zon in te rijden

Chauffeurs onderschatten vaak het risico op ongevallen als de zon de horizon nadert. Dit is vooral gevaarlijk bij het nemen van bochten, op heuvels of bij het in- en uitrijden van tunnels. Bij verblinding kan de bestuurder geen verkeerslichten en borden zien en kunnen voetgangers, fietsers en motorrijders letterlijk onzichtbaar worden.

Wat helpt bij fel licht?

Hier zijn zeven eenvoudige tips om uzelf en andere weggebruikers te beschermen.

1. Reinig ramen

Houd uw voorruit altijd schoon, aangezien vuil en krassen licht over het oppervlak verspreiden. Dit resulteert in een grote schittering van de zon.

7 tips om tegen een laagstaande zon in te rijden

2. Onderhoudsvriendelijke wissers

Functionele ruitenwissers zijn essentieel voor een goed zicht. De reinigingsvloeistof moet ook regelmatig worden bijgevuld. Bewaar een droge handdoek in de cabine om de voorruit te reinigen van vocht en vuil.

3. Schone glazen

Wat over de voorruit wordt gezegd, geldt ook voor de bril. Hoe schoner ze zijn, hoe beter. Het is beter dat de bril geen spiegeleffect heeft. Bij een bijzonder lage zon heeft het dragen van een bril zowel voor- als nadelen. Enerzijds wordt verblinding verminderd, maar anderzijds wordt een verduistering van een toch al donkere omgeving bereikt.

4. Afstand en voorspelbaar rijgedrag

Houd altijd een redelijke afstand en beweeg met verhoogde concentratie en vooruitziendheid. De bestuurder voor je kan worden verblind door de zon en plotseling stoppen. Zelfs als de zon achter je staat, is er nog steeds een risico. Tegenliggers kunnen worden verblind. Dit geldt voor zowel voetgangers als fietsers.

5. Veilige snelheid

7 tips om tegen een laagstaande zon in te rijden

De juiste snelheid is even belangrijk, aangezien slechts enkele ogenblikken zonder oogcontact tot een botsing kunnen leiden. In één seconde legt de auto met een snelheid van 50 km / u zo'n 14 meter af. Dit betekent dat zelfs bij een kortstondige zonnevlam (de zon kwam van achter een hoog gebouw), de bestuurder "blindelings" minstens 14 meter, en soms meer, zal reizen. Na verblinding kan het langer duren voordat het oog zich aan nieuwe omstandigheden heeft aangepast.

6. Rijden met verlichting

Soms denkt de chauffeur: waarom zou je het dimlicht of het dagrijlicht aanzetten als het buiten al licht is? De looplichten schijnen zelfs feller dan de ondergaande zon, waardoor de tegemoetkomende bestuurder uw auto gemakkelijker kan zien.

7. Verticale positie van de bestuurder

De rechtopstaande zitpositie is ook belangrijk. Veel chauffeurs zitten te laag en de zonneschermen. Om deze reden moet de rugleuning zo recht mogelijk zijn (op een gevaarlijk weggedeelte) en moet de stoel worden verhoogd als deze verstelbaar is.

Voeg een reactie