Vierwielaandrijving van Audi - Quattro

Quattro is een merksysteem voor vierwielaandrijving dat wordt gebruikt in Audi-auto's. Het ontwerp is gemaakt in de klassieke lay-out, geleend van SUV's - de motor en versnellingsbak bevinden zich in de lengterichting. Het intelligente systeem levert de beste dynamische prestaties, afhankelijk van de wegomstandigheden en de grip op de wielen. De machines hebben een uitstekende handling en grip op elk type wegdek.

Hoe is de Quattro ontstaan?

Op de Autosalon van Genève in 1980 werd voor het eerst een auto met een vergelijkbaar ontwerp met vierwielaandrijving gepresenteerd. Het prototype was de legerjeep Volkswagen Iltis. Tests tijdens de ontwikkeling ervan aan het eind van de jaren 1970 toonden een goede wegligging en voorspelbaar gedrag op gladde besneeuwde wegen aan. Het idee om het concept van een vierwielaangedreven jeep in het ontwerp van de auto te introduceren, was gebaseerd op de Audi 80-serie coupé.

De constante overwinningen van de eerste Audi Quattro in de rallyraces bewezen de juistheid van het vierwielaangedreven concept. In tegenstelling tot de twijfels van critici, wiens belangrijkste argument het volume van de transmissie was, maakten ingenieuze technische oplossingen van dit nadeel een voordeel.

De nieuwe Audi Quattro werd gekenmerkt door een uitstekende stabiliteit. Zo werd dankzij de lay-out van de transmissie een bijna perfecte gewichtsverdeling over de assen mogelijk. De vierwielaangedreven Audi van 1980 werd een rallylegende en een exclusieve seriecoupé.

Ontwikkeling van het Quattro vierwielaandrijvingssysteem

XNUMXe generatie

Het quattro-systeem van de eerste generatie was uitgerust met differentiëlen tussen de assen en tussen de wielen met de mogelijkheid tot gedwongen vergrendeling door een mechanische aandrijving. In 1981 werd het systeem aangepast, de sloten werden geactiveerd door pneumatiek.

Modellen: Quattro, 80, Quattro Cupe, 100.

XNUMXe generatie

In 1987 werd de plaats van de vrije middenas ingenomen door het zelfblokkerende sperdifferentieel Torsen Type 1. Het model onderscheidde zich door de dwarse opstelling van satellietversnellingen ten opzichte van de aandrijfas. De koppeloverbrenging varieerde 50/50 onder normale omstandigheden, waarbij tot 80% van het vermogen werd overgebracht naar de as met de beste grip bij slippen. Het achterdifferentieel was uitgerust met een automatische ontgrendelingsfunctie bij snelheden boven de 25 km/u.

Modellen: 100, Quattro, 80/90 quattro NG, S2, RS2 Avant, S4, A6, S6.

III generatie

In 1988 werd een elektronisch sperdifferentieel geïntroduceerd. Het koppel werd verdeeld over de assen, rekening houdend met de sterkte van hun grip op de weg. De controle werd uitgevoerd door het EDS-systeem, dat het trekwiel afremde. De elektronica verbond automatisch de blokkering van de lamellenkoppeling van het midden en de vrije voordifferentiëlen. Torsen sperdifferentieel verplaatst naar de achteras.

IV generatie

1995 - een elektronisch vergrendelingssysteem voor differentiëlen van het vrije type voor en achter werd geïnstalleerd. Middendifferentieel - Torsen Type 1 of Type 2. Normale koppelverdeling - 50/50 met de mogelijkheid om tot 75% van het vermogen over te brengen naar één as.

Modellen: A4, S4, RS4, A6, S6, RS6, allroad, A8, S8.

V-generatie

In 2006 werd het Torsen Type3 asymmetrische middendifferentieel geïntroduceerd. Een onderscheidend kenmerk van eerdere generaties is dat de satellieten parallel aan de aandrijfas zijn geplaatst. Middendifferentiëlen - gratis, met elektronisch slot. De koppelverdeling onder normale omstandigheden vindt plaats in een verhouding van 40/60. Bij slippen neemt het vermogen toe tot 70% voor en 80% achter. Dankzij het gebruik van het ESP-systeem werd het mogelijk om tot 100% van het koppel op de as over te brengen.

Modellen: S4, RS4, Q7.

VI generatie

In 2010 hebben de designelementen van de vierwielaandrijving van de nieuwe Audi RS5 ingrijpende veranderingen ondergaan. Een centraal differentieel van ons eigen ontwerp werd geïnstalleerd op basis van de technologie van interactie van platte tandwielen. In vergelijking met Torsen is dit een efficiëntere oplossing voor een stabiele koppelverdeling in verschillende rijomstandigheden.

Bij normaal bedrijf is de vermogensverhouding van de voor- en achteras 40:60. Indien nodig brengt het differentieel tot 75% van het vermogen over op de vooras en tot 85% op de achteras. De integratie in de besturingselektronica is eenvoudiger. Door de toepassing van het nieuwe differentieel veranderen de dynamische eigenschappen van de auto flexibel, afhankelijk van alle omstandigheden: de sterkte van de grip van de banden op de weg, de aard van de beweging en de rijstijl.

Ontwerp van een modern systeem

De moderne Quattro-transmissie bestaat uit de volgende hoofdelementen:

• Overdragen.
• Tussenbak en middendifferentieel in één behuizing.
• Hoofdversnelling structureel geïntegreerd in het achterste differentieelhuis.
• Cardansamenstel dat koppel van het centrale differentieel naar de aangedreven assen overbrengt.
• Centraal differentieel dat het vermogen verdeelt over de voor- en achteras.
• Gratis type voordifferentieel met elektronische vergrendeling.
• Elektronisch vrijloopdifferentieel achter.

Het Quattro-systeem wordt gekenmerkt door een verhoogde betrouwbaarheid en duurzaamheid van de elementen. Dit feit wordt bevestigd door drie decennia van productie- en rallyauto's van Audi. De storingen die zijn opgetreden, zijn meestal het gevolg van onjuist of overmatig gebruik.

Functieomschrijving Quattro

De werking van het Quattro-systeem is gebaseerd op de meest efficiënte verdeling van krachten tijdens wielslip. De elektronica leest de meetwaarden van de sensoren van het antiblokkeersysteem en vergelijkt de hoeksnelheden van alle wielen. Als een van de wielen een kritische grens overschrijdt, remt het. Tegelijkertijd wordt het sperdifferentieel geactiveerd en wordt het koppel in de juiste verhouding verdeeld over het wiel met de beste grip.

Elektronica verdeelt energie volgens een bewezen algoritme. Het werkende algoritme, gecreëerd als resultaat van talloze tests en analyses van het gedrag van het voertuig in verschillende rijomstandigheden en wegdek, zorgt voor een hoge actieve veiligheid. Dit maakt het rijden onder moeilijke omstandigheden voorspelbaar.

Dankzij de effectiviteit van de gebruikte vergrendelingen en het elektronische regelsysteem kunnen Audi-voertuigen met vierwielaandrijving wegrijden zonder te slippen op elk type wegdek. Deze eigenschap biedt uitstekende dynamische eigenschappen en cross-country rijmogelijkheden.

Voors

• Uitstekende stabiliteit en dynamiek.
• Goede handling en wendbaarheid.
• Hoge betrouwbaarheid.

Tegens

• Verhoogd brandstofverbruik.
• Strenge eisen aan de regels en bedrijfsvoorwaarden.
• De hoge reparatiekosten in geval van storing van het element.

Quattro is het ultieme intelligente vierwielaandrijvingssysteem dat de tand des tijds en de zware omstandigheden van rallyracen heeft doorstaan. Recente ontwikkelingen en de beste innovatieve oplossingen hebben de algehele systeemefficiëntie decennialang verbeterd. De uitstekende rijeigenschappen van Audi vierwielaangedreven voertuigen bewijzen dit al meer dan 30 jaar in de praktijk.