Spanning auto-accu

Belangrijke indicatoren van de batterij zijn de capaciteit, spanning en elektrolytdichtheid. De kwaliteit van het werk en de functionaliteit van het apparaat hangt ervan af. In een auto levert de accu startstroom aan de starter om de motor te starten en voedt het elektrische systeem wanneer nodig. Daarom is het essentieel om de bedrijfsparameters van uw batterij te kennen en de prestaties ervan te behouden om uw voertuig in zijn geheel in goede staat te houden.

Batterij voltage

Laten we eerst eens kijken naar de betekenis van de term "spanning". In feite is dit de "druk" van geladen elektronen, gecreëerd door een stroombron, via een circuit (draad). Elektronen doen nuttig werk (gloeilampen, aggregaten, enz.). Meet de spanning in volt.

U kunt een multimeter gebruiken om de accuspanning te meten. Op de accupolen zijn contactsondes van het apparaat aangebracht. Formeel is de spanning 12V. De werkelijke accuspanning moet tussen 12,6 V en 12,7 V liggen. Deze cijfers hebben betrekking op een volledig opgeladen accu.

Deze cijfers kunnen variëren afhankelijk van de omgevingsomstandigheden en de testtijd. Direct na het opladen kan het apparaat 13 V - 13,2 V weergeven. Hoewel dergelijke waarden als acceptabel worden beschouwd. Om de juiste gegevens te krijgen, moet u een tot twee uur wachten na het downloaden.

Als de spanning onder de 12 volt komt, duidt dit op een lege batterij. De spanningswaarde en het laadniveau kunnen worden vergeleken volgens de volgende tabel.

Spanning, volt	Belastingsgraad, %
12,6 +	honderd
12,5	90
12.42	80
12.32	70
12.20	60
12.06	vijftig
11,9	40
11,75	dertig
11.58	twintig
11.31	10
10,5	0

Zoals te zien is in de tabel, duidt een spanning onder 12V op een ontlading van 50% van de batterij. De batterij moet dringend worden opgeladen. Er moet rekening mee worden gehouden dat tijdens het afvoerproces het proces van sulfatering van de platen plaatsvindt. De dichtheid van de elektrolyt daalt. Zwavelzuur ontleedt door deel te nemen aan een chemische reactie. Op de platen vormt zich loodsulfaat. Tijdig opladen start dit proces in de tegenovergestelde richting. Als u diepe ontlading toestaat, zal het moeilijk zijn om de batterij nieuw leven in te blazen. Het zal volledig falen of zijn vermogen aanzienlijk verliezen.

De minimale spanning waarop de batterij kan werken is 11,9 volt.

Geladen en gelost

Zelfs bij lage spanning is de batterij goed in staat om de motor te starten. Het belangrijkste is dat de generator daarna zorgt voor het opladen van de batterij. Bij het starten van de motor levert de accu veel stroom aan de starter en verliest deze plotseling zijn lading. Als de batterij in orde is, wordt de lading in 5 seconden geleidelijk hersteld naar de normale waarden.

De spanning van een nieuwe accu moet tussen de 12,6 en 12,9 volt liggen, maar deze waarden geven niet altijd de werkelijke staat van de accu weer. Bij inactiviteit, bij afwezigheid van aangesloten verbruikers, ligt de spanning bijvoorbeeld binnen de normale limieten en onder belasting daalt deze sterk en wordt de belasting snel verbruikt. Het zou moeten zijn.

Daarom worden metingen onder belasting uitgevoerd. Gebruik hiervoor een apparaat zoals een vrachtvork. Deze test laat zien of de batterij is opgeladen of niet.

Het stopcontact bestaat uit een voltmeter, contactsondes en een laadspoel in een behuizing. Het apparaat creëert een stroomweerstand die twee keer de capaciteit van de batterij is, waarmee de startstroom wordt gesimuleerd. Is de accucapaciteit bijvoorbeeld 50Ah, dan laadt het apparaat de accu op tot 100A. Het belangrijkste is om de juiste weerstand te kiezen. Boven 100A moet u twee weerstandsspoelen aansluiten om nauwkeurige metingen te krijgen.

Belastingsmetingen worden uitgevoerd met een volledig opgeladen batterij. Het apparaat wordt 5 seconden vastgehouden, waarna de resultaten worden geregistreerd. Onder belasting daalt de spanning. Als de batterij goed is, zal deze dalen tot 10 volt en geleidelijk herstellen tot 12,4 volt of meer. Als de spanning daalt tot 9V of minder, laadt de batterij niet op en is deze defect. Hoewel het na het opladen normale waarden van 12,4 V en hoger kan weergeven.

Elektrolytische dichtheid

Het spanningsniveau geeft ook de dichtheid van de elektrolyt aan. De elektrolyt zelf is een mengsel van 35% zwavelzuur en 65% gedestilleerd water. We zeiden al dat tijdens het lozen de concentratie zwavelzuur afneemt. Hoe hoger de afvoer, hoe lager de dichtheid. Deze indicatoren hangen met elkaar samen.

Een hydrometer wordt gebruikt om de dichtheid van elektrolyten en andere vloeistoffen te meten. In de normale toestand, wanneer volledig opgeladen 12,6 V - 12,7 V en een luchttemperatuur van 20-25 ° C, moet de dichtheid van de elektrolyt binnen 1,27 g / cm3 - 1,28 g / cm3 liggen.

De volgende tabel toont de dichtheid versus het laadniveau.

Elektrolytische dichtheid, g / cm3	Laadniveau,%
1,27 - 1,28	honderd
1,25	95
1,24	90
1,23	80
1,21	70
1,20	60
1.19	vijftig
1,17	40
1,16	dertig
1.14	twintig
1.13	10

Hoe hoger de dichtheid, hoe beter de batterij bestand is tegen bevriezing. In regio's met een bijzonder ruw klimaat, waar de temperatuur daalt tot -30°C en lager, wordt de dichtheid van het elektrolyt verhoogd tot 1,30 g/cm3 door toevoeging van zwavelzuur. De dichtheid kan worden verhoogd tot maximaal 1,35 g/cm3. Als het hoger is, zal het zuur de platen en andere componenten gaan aantasten.

Onderstaande grafiek toont de hydrometerstanden bij verschillende temperaturen:

Hydrometerstanden bij verschillende temperaturen

In de winter

In de winter merken veel chauffeurs dat naarmate de temperatuur daalt, het moeilijker wordt om de motor te starten. De batterij werkt niet meer op volle capaciteit. Sommige automobilisten verwijderen de batterij 's nachts en laten deze warm. In feite, wanneer volledig opgeladen, daalt de spanning niet, maar stijgt zelfs.

Negatieve temperatuur beïnvloedt de dichtheid van de elektrolyt en zijn fysieke toestand. Als de batterij volledig is opgeladen, verdraagt ​​​​de batterij gemakkelijk vorst, maar naarmate de dichtheid afneemt, wordt het water groter en kan de elektrolyt bevriezen. Elektrochemische processen verlopen langzamer.

Bij -10°C -15°C kan een opgeladen batterij een lading van 12,9 V aangeven. Dit is normaal.

Bij -30°C wordt de batterijcapaciteit teruggebracht tot de helft van de nominale waarde. De spanning daalt tot 12,4 V bij een dichtheid van 1,28 g/cm3. Bovendien stopt de batterij met opladen van de generator al bij -25 °C.

Zoals u kunt zien, kunnen negatieve temperaturen de batterijprestaties aanzienlijk beïnvloeden.

Met de juiste zorg kan een vloeibare batterij 5-7 jaar meegaan. In het hete seizoen moeten het laadniveau en de elektrolytdichtheid ten minste eens in de twee tot drie maanden worden gecontroleerd. In de winter, bij een gemiddelde temperatuur van -10°C, moet de belasting minimaal eens in de twee tot drie weken worden gecontroleerd. Bij strenge vorst -25°C-35°C is het aan te raden om de accu eens in de vijf dagen op te laden, ook tijdens regelmatige ritten.