Zwanen, of de lange geschiedenis van het bouwen van opleidingsschepen, deel 2
Militaire uitrusting

Zwanen, of de lange geschiedenis van het bouwen van opleidingsschepen, deel 2

ORP "Vodnik" manoeuvreert in 1977 voor de volgende afslag naar de zee. Fotocollectie van het MV Museum / Stanislav Pudlik

Het vorige nummer van "Mórz i Okrętów" presenteerde een lange en verwarrende geschiedenis van het ontwerpen van opleidingsschepen voor de Poolse marine. Het lot van de schepen onder de codenaam "Swan" gaat hieronder verder.

Na 15 jaar pogingen om het concept en de vereisten te veranderen, werden in 888 twee opleidingsschepen van Project 1976 overgebracht naar de Naval Academy (VMAV).

Structuurbeschrijving:

Project 888-schepen kregen een stalen romp met een dwarsverbandsysteem, volledig handmatig, halfautomatisch of automatisch gelast. De eenheden werden gebouwd volgens de blokmethode, de romp van drie secties en het stuurhuis van vijf. Montagecontacten worden in hetzelfde vlak geplaatst. De zijkanten kregen ook een dwarsbandsysteem en de bovenbouw (forcastle) en stekken werden gemengd. In het middelste deel van de romp is een dubbele bodem ontworpen, voornamelijk gebruikt voor verschillende servicetanks. De eenheden kregen aan beide zijden antikielkielen, variërend van 27 tot 74 frames, d.w.z. van het 1,1e tot het 15e compartiment. Op het hoofddek in het stuurhuis (onder) werd een verschansing toegevoegd met een hoogte van XNUMX m. De ontwerpers gaven de garantie dat de blokken met twee compartimenten onzinkbaar zouden zijn. Volgens de regels mogen ze overal ter wereld zwemmen. XNUMX ton ballast kan worden toegevoegd om de stabiliteit van het project te verbeteren.

De romp heeft 10 waterdichte dwarsschotten die het interieur in 11 compartimenten verdelen. Deze schotten bevinden zich op spanten 101, 91, 80, 71, 60, 50, 35, 25, 16 en 3 - gezien vanaf de boeg, aangezien de nummering van de schotten vanaf de achtersteven begint. In de rompcompartimenten zijn, wederom gezien vanaf de boeg, de volgende kamers ingericht:

• Compartiment I - de uiterste boog bevat alleen een voorraad verf;

• Compartiment II - verdeeld in twee opslagplaatsen, de eerste voor ankerkettingen (kettingkamers), de tweede voor reserveonderdelen;

• Sectie III - bezet een elektrisch magazijn en woonruimte voor 21 cadetten;

• Compartiment IV - hier werden op zijn beurt een woonruimte voor 24 cadetten en een munitierek met een toevoerinrichting ontworpen, die in het midden van de lengtesymmetrie van de romp werd geplaatst;

• Compartiment V - aan de zijkanten zijn er twee woonvertrekken, elk voor 15 matrozen, en de convertorruimte en het artilleriehoofdkwartier bevinden zich in het midden in het symmetrievlak;

• Compartiment VI - verdeeld in twee woonvertrekken voor elk 18 cadetten met daartussen een gyroscoop;

• VII compartiment - de eerste van drie machinekamers, het herbergt beide hoofdmotoren;

• Compartiment VIII - hier zijn de mechanismen van de zogenaamde. een hulpkrachtcentrale met drie units en een ketelhuis met een verticale waterpijpketel voor eigen behoeften;

• Compartiment IX - daarin bevinden zich over de gehele breedte van de romp het NCC, het machinekamercontrolecentrum, gevolgd door het hydrofoorcompartiment en de machinekamer van het koudeproductenmagazijn;

• Compartiment X - geheel ingenomen door een groot koelmagazijn, ingedeeld naar assortiment;

• Compartiment XI - een ruimte voor een elektrohydraulische stuurinrichting en kleine opslagplaatsen met nood- en antichemische uitrusting.

Het hoofddek wordt ingenomen door een bovenbouw, die zich uitstrekt van de boeg tot de midscheeps, die vervolgens soepel overgaat in de eerste dekhuislaag. Nogmaals, vanaf de boeg in deze bovenbouw, werden de volgende gebouwen geschetst: in de voorpiek, wat waarschijnlijk niemand zal verbazen, bevond zich het pakhuis van de bootsman; daarachter is een grote badkamer met toiletten, een wasruimte, een kleedkamer, een wasruimte, een droger, een magazijn voor vuil wasgoed en een magazijn voor wasmiddelen; verder, aan weerszijden van de gang, een woonkamer voor zes cadetten en vijf voor vaandrigs en onderofficieren (drie of vier). Aan stuurboord is plaats voor een bibliotheek met een leeszaal, een onderofficiersafdeling en een grote afdeling voor cadetten en matrozen. De laatste ruimte is eenvoudig om te bouwen tot klaslokaal. Aan de andere kant bevindt zich de officiersruimte, die tevens de representatieve salon van het schip is. Aan beide eetkamers waren pantry's bevestigd.

Voeg een reactie