Hoe worden voltmeters aangesloten op een circuit?
Inhoud
Heb je je ooit afgevraagd hoe voltmeters in een circuit zijn aangesloten? Ik zal dit en meer hieronder behandelen.
Voltmeters meten het potentiaalverschil tussen twee punten in een circuit. Het kan zijn dat er wisselstroom (AC) of gelijkstroom (DC) in het circuit kan stromen. Dit heeft echter geen invloed op de werking van de voltmeter. Het kan verschillende potentiaalverschillen detecteren in elk apparaat, weerstand of voeding. Veel mensen vragen zich af hoe ze in de keten zijn geïnstalleerd.
In het circuit zijn voltmeters parallel geschakeld. Door de hoge weerstand laten ze geen elektriciteit door. Dus, met een parallelle opstelling, blokkeert de voltmeter de stroomstroom in het circuit niet.
Ik zal hieronder in meer detail ingaan.
Eerste stappen
In complexe circuits moeten elektrische elementen in een specifieke volgorde worden geplaatst om verschillende onderdelen actief of uitgeschakeld te houden.
Arrangementen vallen uiteen in drie categorieën:
- Parallel
- Consequent
- Combinatie van beide
Door de parallelle schakeling kunnen twee elementen die op dezelfde voeding zijn aangesloten onafhankelijk van elkaar actief blijven of worden uitgeschakeld. Stel, je hebt twee lampen parallel aangesloten op dezelfde voeding. Als ze allebei gedeactiveerd zijn en je opent één lamp, dan blijft de andere uit. Als ze allebei aan staan en je doet één lamp dicht, dan blijft de andere aan.
Met een daisy chain kunnen alle aangesloten elementen tegelijkertijd worden geactiveerd en gedeactiveerd. Dit betekent dat in een ruimte met lampen die op dezelfde stroombron zijn aangesloten en in serie zijn geplaatst, ze tegelijkertijd met dezelfde schakelaar aan en uit gaan.
De derde categorie omvat verschillende elektrische elementen in serie en andere groepen in parallelle structuren. Hoofdzakelijk gebruikt in complexe circuits.
Hoe is de voltmeter aangesloten op het circuit?
Voltmeters zijn instrumenten die het verschil in elektrisch potentiaal tussen twee punten in een circuit meten.
Afhankelijk van de complexiteit van het circuit, kunt u verschillende punten meten en verschillende resultaten krijgen, in tegenstelling tot een ampèremeter. Elk element in een circuit creëert zijn eigen elektrisch potentiaalverschil wanneer er elektriciteit doorheen stroomt.
Hetzelfde geldt voor groepen objecten die in serie zijn geschakeld. Stel dat er drie lampen in serie zijn geschakeld. De eerste lamp zal een ander potentiaal hebben dan de tweede en derde lamp. Evenzo zal de tweede lamp een ander potentiaal hebben dan de derde lamp.
Stel dat u het elektrische potentiaalverschil van drie lampen als groep meet. In dit geval zult u merken dat het resultaat de som is van de elektrische potentiaalverschillen van elke lamp.
Houd er rekening mee dat elk apparaat dat spanning meet, in serie in het circuit is geïnstalleerd. Deze apparaten zijn ontworpen met de hoogst mogelijke weerstand. Ze trekken geen stroom naar zichzelf en geven valse metingen van de totale stroom en spanning die in het circuit circuleert.
De voltmeter is dus parallel geschakeld.
Waarom is de voltmeter zo aangesloten?
Er zijn twee redenen waarom voltmeters parallel worden aangesloten:
- Weerstand
- Potentieel verschil
Ik zal het verder uitleggen.
1. weerstand:
Elk element in het circuit heeft een bepaalde weerstand.
Voltmeters zijn ontworpen voor de maximaal mogelijke weerstand (d.w.z. groter dan de som van de weerstanden van alle elementen in het circuit).
Om de logica van dit fenomeen te begrijpen, moet ik uitleggen hoe stroom in een circuit stroomt.
Stel je een elektrisch circuit voor met veel parallelle takken. Elke tak heeft zijn eigen weerstand, anders dan de andere, en door elke tak zal een elektrische stroom lopen. De tak met de laagste weerstand zal echter meer stroom voeren dan de andere takken.
Op deze manier wordt de voltmeter parallel geschakeld zodat er geen elektrische stroom doorheen gaat (in een ideaal scenario).
2. Potentieel verschil
Voltmeters meten het potentiaalverschil tussen punten in een circuit.
De punten die voltmeters kunnen meten, zijn meestal accupolen, tapuiteinden of weerstanden. Zowel de palen als de uiteinden van de producten bevinden zich aan de randen van de apparaten.
Kabels moeten worden aangesloten:
- Een op een aan de zijkant van de paal, tak of weerstand
- En nog een kabel aan de andere kant van het apparaat
Hierdoor ontstaat een parallelle opstelling.
Bekijk hieronder enkele van onze artikelen.
- Hoeveel paden in een serieel circuit
- Drie waarschuwingssignalen van overbelasting van elektrische circuits
- Hoe het licht parallel te schakelen met het schakelcircuit
Videolinks
