Hoe werkt de noodschakelaar?
Auto reparatie

Hoe werkt de noodschakelaar?

Als u problemen ondervindt tijdens het rijden, zoals een lekke band, zonder benzine komen te zitten of een ongeval, kan uw voertuig stilstaan ​​aan de kant van de weg, of erger nog, op een actieve rijstrook. Als dit jou overkomt...

Als u problemen ondervindt tijdens het rijden, zoals een lekke band, zonder benzine komen te zitten of een ongeval, kan uw voertuig stilstaan ​​aan de kant van de weg, of erger nog, op een actieve rijstrook. Als dit jou overkomt, zet dan het noodalarm aan. De alarmlichten op uw voertuig signaleren andere bestuurders om u heen dat u in de problemen zit of problemen heeft met uw voertuig. Ze waarschuwen andere automobilisten om niet te dichtbij te komen en zijn een signaal voor hulp als de waarschuwingsknipperlichten worden gecombineerd met een open kap.

Hoe werken noodverlichting?

De alarmlichten worden ingeschakeld door op de alarmschakelaar op het dashboard te drukken. Sommige voertuigen hebben een knop bovenaan de stuurkolommantel, terwijl oudere voertuigen deze kunnen inschakelen wanneer de alarmschakelaar onder de stuurkolom naar beneden wordt gedrukt. De alarmschakelaar activeert de alarmlichten op uw voertuig wanneer de accu wordt opgeladen. Als uw auto afslaat vanwege een lege benzinetank, mechanische problemen of een lekke band, werkt het alarm ongeacht of uw auto rijdt, de sleutel in het contact zit of niet.

De enige keer dat de noodverlichting niet werkt, is als de batterij helemaal leeg is.

De noodschakelaar is een zwakstroomschakelaar. Sluit het circuit wanneer geactiveerd. Wanneer het wordt gedeactiveerd, gaat het circuit open en stroomt er geen stroom meer.

Als u op de noodschakelaar heeft gedrukt:

  1. De stroom wordt via het alarmrelais naar het circuit van de waarschuwingslichten geleid. Alarmlichten gebruiken dezelfde bedrading en lichten als waarschuwingslichten. Met de laagspanningsschakelaar kan het relais via het verlichtingscircuit stroom leveren aan het knipperalarm.

  2. Het knipperrelais pulseert licht. Wanneer stroom door het signaallichtcircuit gaat, gaat het door de module of signaallamp, die alleen ritmisch een stroompuls uitzendt. De flitser is het onderdeel dat het licht aan en uit laat knipperen.

  3. De signaallampen knipperen continu totdat ze uitgaan. De alarmknipperlichten blijven knipperen totdat de alarmschakelaar wordt uitgeschakeld of de stroom uitvalt, wat betekent dat de batterij bijna leeg is.

Als uw waarschuwingslichten niet werken wanneer de knop wordt ingedrukt, of als ze aangaan maar niet knipperen wanneer ze worden ingeschakeld, laat dan onmiddellijk een professionele monteur uw waarschuwingssysteem controleren en repareren. Dit is een beveiligingssysteem en het moet constant werken.

Voeg een reactie