Rijden op ijs
Bediening van machines

Rijden op ijs

Rijden op ijs Positieve temperaturen met neerslag overdag en avondvorst dragen bij aan ochtendijs. Zwart asfalt kan de bestuurder bedriegen, omdat er een zogenaamd glas op de weg ligt.

Auto-ongelukken gebeuren vier keer vaker op gladde wegen dan op natte wegen en twee keer zo vaak als op besneeuwde wegen. Rijden op ijs

Zwart ijs ontstaat meestal wanneer regen of mist op de grond valt met een temperatuur onder nul graden. Onder dergelijke omstandigheden hecht water zich perfect aan het oppervlak, waardoor een dun laagje ijs ontstaat. Het is onzichtbaar op zwart wegdek, daarom wordt het vaak ijzig genoemd.

De sluimerende waakzaamheid van automobilisten die na het rijden in extreme omstandigheden op besneeuwde wegen automatisch hun snelheid verhogen bij het zien van een zwarte weg, kan tragische gevolgen hebben. Wanneer het tijdens het autorijden plotseling verdacht stil wordt en het tegelijkertijd lijkt alsof we "zweven" en niet rijden, is dit een teken dat we hoogstwaarschijnlijk op een perfect gladde en gladde ondergrond rijden, d.w.z. op zwart ijs.

De belangrijkste regel om te onthouden bij het rijden op ijzel is om te vertragen, impulsief te remmen (in het geval van voertuigen zonder ABS) en geen plotselinge manoeuvres uit te voeren.

Bij het slippen op ijs is een auto geen auto meer, maar een zwaar object dat in een onbepaalde richting snelt en niet weet waar het moet stoppen. Het vormt niet alleen een reëel gevaar voor de bestuurder zelf, maar ook voor andere weggebruikers, waaronder voetgangers, die bijvoorbeeld bij bushaltes staan ​​of op het trottoir lopen. Daarom moeten ze ook extra voorzichtig zijn tijdens ijzige omstandigheden.

Wat te doen als de auto slipt? Draai bij verlies van grip op het achterwiel (overstuur) aan het stuur om het voertuig in het juiste spoor te brengen. Trap in geen geval de remmen in, aangezien dit overstuur verergert.

Bij onderstuur, d.w.z. slippen van de voorwielen bij het draaien, haalt u onmiddellijk uw voet van het gaspedaal, vermindert u de vorige draai aan het stuur en herhaalt u deze soepel. Dergelijke manoeuvres zullen de tractie herstellen en de sleur corrigeren.

De taak is gemakkelijker voor bestuurders van wie de auto is uitgerust met ABS. Zijn rol is om te voorkomen dat de wielen blokkeren tijdens het remmen en zo slippen te voorkomen. Zelfs het meest geavanceerde systeem is echter niet in staat om een ​​bestuurder die te hard rijdt te beschermen tegen gevaar. Daarom is het belangrijk om te onthouden dat u de snelheid moet aanpassen aan de wegomstandigheden.   

Bron: Rijschool Renault.

Voeg een reactie