Hoe werkt een magneet?
atoom structuur | |
Hoe een magneet werkt, wordt bepaald door de algehele atomaire structuur. Elk atoom bestaat uit negatieve elektronen die draaien rond positieve protonen en neutronen (de kern genoemd), die eigenlijk microscopisch kleine magneten zijn met noord- en zuidpolen. | |
De elektronen van de magneet bewegen rond de protonen, waardoor een orbitaal magnetisch veld ontstaat. Magneten hebben een zogenaamde halve schil van elektronen; met andere woorden, ze zijn niet gekoppeld zoals andere materialen. Deze elektronen komen dan in een rij te staan, waardoor een magnetisch veld ontstaat. | |
Alle atomen komen samen in groepen die bekend staan als kristallen. De ferromagnetische kristallen oriënteren zich dan op hun magnetische polen. Aan de andere kant zijn ze in een niet-ferromagnetisch materiaal willekeurig gerangschikt om eventuele magnetische eigenschappen die ze hebben te neutraliseren. | |
De set kristallen zal dan in domeinen worden uitgelijnd, die vervolgens in dezelfde magnetische richting zullen worden uitgelijnd. Hoe meer domeinen in dezelfde richting wijzen, hoe groter de magnetische kracht zal zijn. | |
Wanneer een ferromagnetisch materiaal in contact komt met een magneet, worden de domeinen in dat materiaal uitgelijnd met de domeinen in de magneet. Niet-ferromagnetische materialen komen niet overeen met magnetische domeinen en blijven willekeurig. | |
Aantrekking van ferromagnetische materialen | |
Wanneer een ferromagnetisch materiaal aan een magneet wordt bevestigd, wordt er een gesloten circuit gevormd door het magnetische veld dat van de noordpool door het ferromagnetische materiaal komt en vervolgens naar de zuidpool. | |
De aantrekkingskracht van een ferromagnetisch materiaal op een magneet en zijn vermogen om het vast te houden wordt de aantrekkingskracht van een magneet genoemd. Hoe groter de trekkracht van een magneet, hoe meer materiaal hij kan aantrekken. | |
De aantrekkingskracht van een magneet wordt bepaald door een aantal verschillende factoren:
|