Druksensor in een Audi 80 auto
Auto reparatie

Druksensor in een Audi 80 auto

Druksensor in een Audi 80 auto

Een apparaat zoals een oliedruksensor is een apparaat waarvan het hoofddoel is om mechanische krachtsignalen om te zetten in elektrische signalen. In dit geval kunnen de signalen spanningen van verschillende typen hebben. Eenmaal gedecodeerd, maken deze signalen het mogelijk om de druk te schatten. Vandaag zullen we analyseren waar de druksensor op de Audi 80 zich bevindt, hoe deze te controleren, hoe deze te beheren.

De meest voorkomende zijn twee opties die op verschillende drukniveaus werken: een 0,3 bar sensor en een 1,8 bar sensor. De tweede optie is anders omdat deze is uitgerust met een speciale witte isolatie. Dieselmotoren gebruiken 0,9 bar meters met grijze isolatie.

Veel automobilisten zijn geïnteresseerd in waar de druksensor zich op de Audi 80 bevindt. De locatie is afhankelijk van het type motor. Op alle vier de cilinders bevindt het apparaat van 0,3 bar zich direct aan het uiteinde van het cilinderblok, aan de linkerkant van de motorruimte. Met een oliedruk van 1,8 of 0,9 zit de kit stevig vast aan de filtermontage. Bij een vijfcilindermotor bevindt de set zich aan de linkerkant van het cilinderblok, direct tegenover het gat dat het aanwezige oliepeil aangeeft.

Waarvoor wordt de Audi 80 oliedruksensor gebruikt?

Als de motor draait, ontstaat er soms wrijving. Op plaatsen waar dergelijke problemen zijn geconstateerd, moet olie worden geleverd. Het kan op verschillende manieren worden toegepast, zoals sproeien. Een voorwaarde voor het spuiten is de aanwezigheid van druk. Wanneer het drukniveau daalt, neemt de hoeveelheid toegevoerde olie af en dit leidt tot storingen van de oliepomp. Als gevolg van een storing van de olietoevoerpomp neemt de wrijving van de belangrijkste elementen aanzienlijk toe, waardoor afzonderlijke onderdelen kunnen vastlopen en de slijtage van het "autohart" versnelt. Om alle negatieve aspecten te vermijden, is in het Audi 80 b4-smeersysteem, net als in andere modellen, een toevoeroliedruksensor ingebouwd om deze te regelen.

Het ingangssignaal wordt op verschillende manieren gelezen. Meestal krijgt de chauffeur geen gedetailleerd rapport, hij beperkt zich tot signalen in de vorm van een oliebol op het instrumentenpaneel of instrumenten in de cabine als de indicator tot een minimum is gedaald.

Bij andere automodellen kan de sensor met pijlen op de uitrustingsschaal worden weergegeven. In de nieuwste modellen wordt het drukniveau in het blok niet zozeer gebruikt voor controle als wel voor het rationaliseren van de werking van de motor.

Druksensor in een Audi 80 auto

Apparatuur apparaat

Bij het uitrusten van een verouderd model, dat inmiddels een klassieker is geworden, de Audi 80 b4 oliedruksensor, zijn metingen gebaseerd op een verandering in de elasticiteit van het membraan. Onderworpen aan vormverandering en andere verschijnselen, oefent het membraan druk uit op de staaf, die de vloeistof in de pijp samenperst. Aan de andere kant drukt de samendrukbare vloeistof op de andere stang en brengt de as al omhoog. Ook wordt dit meetinstrument een dynamometer genoemd.

Moderne apparatuuropties voeren metingen uit met behulp van een transducersensor. Deze sensor wordt met cilinders op het blok gemonteerd en de meetwaarden worden vervolgens in de vorm van geconverteerde elektronische signalen naar de boordcomputer gestuurd. In de nieuwste modellen ligt de functie van het gevoelige element op een speciaal membraan, waarop zich een weerstand bevindt. Deze weerstand kan het weerstandsniveau tijdens vervorming veranderen.

Oliedruksensoren controleren

Deze procedure wordt in verschillende fasen uitgevoerd:

  1. Allereerst moet u het oliepeil controleren.
  2. Vervolgens wordt de staat van de bedrading van beide sensoren gecontroleerd (zowel bij 0,3 bar als bij 1,8 bar).
  3. Daarna wordt de druksensor met 0,3 bar verwijderd.
  4. In plaats van de gedemonteerde sensor is een manometer van een geschikt type geïnstalleerd.
  5. Als u van plan bent om extra sensoren zoals VW te gebruiken, is de volgende stap om de sensor in de testbank te schroeven.
  6. Daarna wordt er een verbinding gemaakt met de massa van het apparaat voor besturing.
  7. Verder is het spanningsmeetapparaat via een extra kabelsysteem met de druksensor verbonden en is de spanningsmeter ook verbonden met de batterij, dat wil zeggen met de paal.
  8. Als alles correct is aangesloten en normaal kan werken, gaat de diode of lamp branden.
  9. Nadat de diode of lamp gaat branden, is het noodzakelijk om de motor te starten en langzaam de snelheid te verhogen.
  10. Als de manometer 0,15 tot 0,45 bar bereikt, gaat het indicatielampje of de diode uit. Als dit niet gebeurt, moet u de sensor vervangen door 0,3 bar.

Daarna gaan we verder met het controleren van de sensor op 1,8 en 0,9 bar, wat in de volgende volgorde wordt gedaan:

  1. We ontkoppelen de bedrading van de oliedruksensor met 0,8 bar of 0,9 bar voor een dieselmotor.
  2. Daarna sluiten we een meetapparaat aan om het drukspanningsniveau te bestuderen op de positieve pool van het batterijtype en op de sensor zelf.
  3. Als alles correct is gedaan, mag het controlelampje niet gaan branden.
  4. Om daarna de sensor op 0,9 bar te controleren, verhoogt u het motortoerental totdat het meegeleverde meetapparaat een waarde in de buurt van 0,75 bar tot 1,05 bar aangeeft. Als de lamp nu niet gaat branden, moet u de sensor vervangen.
  5. Om de sensor met 1,8 te controleren, wordt de snelheid verhoogd tot 1,5 - 1,8 bar. Ook hier moet de lamp gaan branden. Als dit niet gebeurt, moet u de apparatuur wijzigen.

De oliedruksensoren in de Audi 80 moeten regelmatig worden gecontroleerd. Hoe het te doen - zie hieronder.

Voeg een reactie