Toepassing van speciale signalen.
Uncategorized

Toepassing van speciale signalen.

wijzigingen per 8 april 2020

De lijst van overheidsinstanties waarop speciale signalen voor voertuigen zijn geïnstalleerd, is goedgekeurd bij besluit van de president van de Russische Federatie van 19.05.2012/635/XNUMX N XNUMX.

3.1.
Bestuurders van voertuigen met een brandend blauw zwaailicht, die een dringende ambtelijke taak uitvoeren, mogen afwijken van de eisen van de artikelen 6 (met uitzondering van de signalen van de verkeersleider) en 8 t/m 18 van deze regels, bijlagen 1 (Verkeersborden) en 2 (Wegmarkeringen) bij dit Reglement, mits de verkeersveiligheid wordt gewaarborgd.

Om een ​​voordeel te behalen ten opzichte van andere weggebruikers, moeten bestuurders van dergelijke voertuigen een blauw zwaailicht en een speciaal geluidssignaal inschakelen. Ze kunnen alleen profiteren van voorrang door ervoor te zorgen dat ze voorrang krijgen.

Hetzelfde recht wordt genoten door bestuurders van voertuigen die vergezeld gaan van voertuigen met speciale grafische kleurenschema's op de buitenoppervlakken, met blauwe en rode zwaailichten en een speciaal geluidssignaal aan, in de gevallen bepaald in deze paragraaf. Bij begeleide voertuigen moeten de dimlichten zijn ingeschakeld.

Op voertuigen van de Staatsverkeersveiligheidsinspectie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken van de Russische Federatie, de Federale Veiligheidsdienst van de Russische Federatie, de Federale Veiligheidsdienst van de Russische Federatie en de Militaire Automobielinspectie kan naast het blauwe zwaailicht ook een rood zwaailicht worden ingeschakeld.

3.2.
Wanneer een voertuig nadert met een blauw zwaailicht en een speciaal geluidssignaal aan, moeten bestuurders voorrang geven om een ​​ongehinderde doorgang van het gespecificeerde voertuig te verzekeren.

Bij het naderen van een voertuig met speciale kleurenschema's op de buitenoppervlakken, met knipperende bakens in blauwe en rode kleuren en een speciaal geluidssignaal, zijn bestuurders verplicht om voorrang te geven om een ​​ongehinderde doorgang van het gespecificeerde voertuig te verzekeren, evenals het voertuig dat ermee wordt vergezeld (begeleidende voertuigen).

Het is verboden om een ​​voertuig in te halen dat aan de buitenzijde een speciaal kleurenschema heeft met een blauw zwaailicht en een speciaal geluidssignaal.

Het is verboden om een ​​voertuig in te halen met speciale kleurenschema's op de buitenoppervlakken, met blauwe en rode zwaailichten en een speciaal geluidssignaal, evenals een begeleid voertuig (begeleidende voertuigen).

3.3.
Bij het naderen van een stilstaand voertuig met een blauw zwaailicht aan, moet de bestuurder zijn snelheid verminderen om indien nodig onmiddellijk te kunnen stoppen.

3.4.
Een geel of oranje zwaailicht moet worden ingeschakeld op voertuigen in de volgende gevallen:

  • uitvoering van werkzaamheden aan aanleg, reparatie of onderhoud van wegen, laden van beschadigde, defecte en verplaatsbare voertuigen;

  • de verplaatsing van grote voertuigen, evenals het vervoer van explosieve, brandbare, radioactieve stoffen en giftige stoffen met een hoge mate van gevaar;

  • het begeleiden van zware en (of) grote voertuigen, evenals voertuigen die gevaarlijke goederen vervoeren;

  • begeleiding van georganiseerde groepen fietsers tijdens trainingsevenementen op de openbare weg;

  • georganiseerd vervoer van een groep kinderen.

Het ingeschakelde gele of oranje zwaailicht geeft geen voordeel in het verkeer en dient om andere weggebruikers te waarschuwen voor het gevaar.

3.5.
Bestuurders van voertuigen met een geel of oranje zwaailicht ingeschakeld bij het uitvoeren van wegenbouw-, reparatie- of onderhoudswerkzaamheden, het laden van beschadigde, defecte en rijdende voertuigen mogen afwijken van de eisen van verkeersborden (m.u.v. borden 2.2, 2.4 t/m 2.6 

, 3.11 - 3.14 

, 3.17.2 , 3.20 ) en wegmarkeringen, evenals paragrafen 9.4 - 9.8 en 16.1 van dit reglement, onder voorbehoud van het waarborgen van de verkeersveiligheid.

Bestuurders van grote voertuigen, maar ook voertuigen die grote en (of) zware voertuigen begeleiden, met een ingeschakeld geel of oranje zwaailicht, mogen afwijken van de eisen van wegmarkeringen, mits de verkeersveiligheid is gewaarborgd.

3.6.
Bestuurders van voertuigen van federale postorganisaties en voertuigen die contante opbrengsten en (of) waardevolle goederen vervoeren, mogen alleen een maanwit zwaailicht en een speciaal geluidssignaal laten branden wanneer ze deze voertuigen aanvallen. Het maanwitte knipperlicht biedt geen bewegingsvoordeel en dient om de aandacht van politieagenten en anderen te trekken.

Terug naar de inhoudsopgave

Voeg een reactie